- winnen
- {{winnen}}{{/term}}1 [algemeen]gagner2 [door inspanning verkrijgen] extraire♦voorbeelden:1 het winnende doelpunt • le but gagnanteen prijs winnen • remporter un prixeen proces winnen • gagner un procèszich gewonnen geven • s'avouer vaincuwie heeft (er, het) gewonnen? • qui a gagné?aan invloed winnen • gagner en importancewinnen bij het kaarten • gagner aux carteswinnen met 7-2 • gagner par 7 à 2van iemand winnen • battre qn.iemand voor zich winnen • gagner qn. à sa causeiemand winnen voor een zaak • gagner qn. à une cause〈spreekwoord〉 zo gewonnen, zo geronnen • ce qui vient de la flûte s'en retourne au tambour2 ertsen winnen uit … • extraire du minerai de …bijen winnen honing • les abeilles produisent du mielland winnen • 〈op de zee〉 gagner des terres (par endiguement)→ {{link=wagen}}wagen{{/link}}²
Deens-Russisch woordenboek. 2015.